C-190 Draagbaar Orgel
C-190 aansluiten op MIDI-instrumenten
Nootcommandos
De C-190 zendt en ontvangt nootcommandos die
beschrijven welke toetsen u op het klavier indrukt.
Bank- en programmakeuze
In de ORCHESTRA-mode zendt de C-190 telkens twee
banknummers (bankkeuze MSB & LSB) en een pro-
grammanummer, wanneer u op een registerknop
drukt om een klank te kiezen. Als de C-190 deze com-
mandogroep ontvangt, kiest hij de overeenkomstige
klank.
Onthoud echter dat alleen de volgende MIDI-adres-
sen worden herkend:
CC00 (MSB) CC32 (LSB) PC
PEDALAC BASS080412
STRINGED080413
CELLO080405
MANUAL IPIANO080401
E. PIANO080402
GUITAR080403
STRINGS080409
CHOIR080406
MANUAL IIHARPSI080411
BRASS080410
VIOLIN080404
OBOE080414
FLUTE080407
CHIMES080408
Controlecommandos
In de ORCHESTRA-mode zendt en ontvangt de C-190
CC64-commandos die het gebruik van de op EXP/
SUS aangesloten voetschakelaar beschrijven. Boven-
dien zendt/ontvangt de C-190 CC11-commandos die
op het gebruik van een optioneel zwelpedaal slaan.
Verder zendt de C-190 nog CC91-commandos die
het galmaandeel beschrijven (zie blz. 136).
Opgelet: Zie ook de MIDI Implementation Chart aan het
einde van deze handleiding.
SysEx-commandos
De C-190 zendt en ontvangt verder SysEx-com-
mandos, die een betrekkelijk ingewikkelde structuur
hebben en waarschijnlijk alleen iets voor MIDI-speci-
alisten zijn. Tijdens het werken met de interne Recor-
der of een externe sequencer is het echter mogelijk
dat u deze commandos kunt gebruiken zonder te
weten hoe ze er uitzien. Zie de handleiding van de
sequencer voor meer details.
Als de sequencer inderdaad SysEx-commandos kan
opnemen, kunt u de instellingen van de PEDAL,
MANUAL I- en MANUAL II-registers opnemen en
weer terugzenden naar de C-190.
SysEx-data worden verzonden en ontvangen, wan-
neer u de registerknoppen gebruikt, terwijl de
[ORCHESTRA]-knop uit staat.
r
144 |